Het Onderwijsbureau Van Niekerk ontwikkelt de volgende toetsen:
- Oefentoetsen (of voorwaardelijke toetsen)
- Praktijktoetsen (of practicumtoetsen)
- Proeven van bekwaamheid
Oefentoetsen (of voorwaardelijke toetsen)
Een oefentoets is absolverend: de toets heeft betrekking op een afgeronde voorbereidende leerstoffase en bepaalt of de cursist voldoende is uitgerust om aan een vaardigheidsfase te beginnen.
De cursist oefent door het maken van voorwaardelijke vragen om de leerstof zich eigen te maken. Op deze wijze wordt het fenomeen van de "kennisarme leerling" tegengegaan. De opleiding bestaat niet alleen uit kunstjes leren. Door cognitief beter te zijn uitgerust zal de cursist in de beroepspraktijkvorming beter functioneren. Dit bevordert ook de doorstroming binnen de kwalificatiestructuur.
Praktijktoetsen (of practicumtoetsen)
Een praktijktoets is gericht op het toetsen van vaardigheden in de praktijk. Centraal staat een eindterm. Deze eindterm is gespecificeerd in het servicedocument in termen van (beroeps)vaardigheden. De opdracht is een afgeleide van deze eindterm.
De beoordeling vindt plaats door de praktijkbegeleider aan de hand van een beoordelingsschema.
Proeven van bekwaamheid
Een proeve van bekwaamheid is een soort leerwegonafhankelijk praktijkexamen en is vooral gericht op het toetsen van vaardigheden in de praktijk. Daarnaast worden er ook basale kenniselementen uit de opleiding getoetst.
De vaardigheden kunnen in verschillende settings worden uitgevoerd. De opdrachten zijn daarom minder sturend.
Het Onderwijsbureau Van Niekerk beheert een elektronische toetsenbank. Met behulp van deze geautomatiseerde toetsenbank worden cognitieve vaardigheden getoetst. Dit is de voorwaardelijke fase van het vaardigheidsonderwijs. De toetsenbank kan hierbij worden gebruikt als "voortgangscontrole".
De vragen van toetsenbank zijn niet alleen maar voorwaardelijke vragen. Veel vragen van de toetsenbank kunnen ook voor externe legitimering in aanmerking komen. Deze vragen kunnen gekoppeld worden aan de eindtermen van de deelkwalificaties.
Voor de vragen van de toetsenbank kan de taxonomieschaal van Romiszowski worden gehanteerd:
Kennisvragen (c):
de feitelijke kennis (F);
de begripsmatige kennis (B).
De cognitieve vragen zijn meestal reproductief (R) van aard.
Cognitieve vaardigheidsvragen; deze vragen bestaan uit een korte situatieschets uit de beroepspraktijkvorming met bijbehorende vragen.
De vragen kunnen interactief (i) en reactief (r) van karakter zijn.
De cognitieve vaardigheidsvragen zijn meestal productief (P) van aard.
De ongeveer 10.000 vragen van de toetsenbank gaan dus over alle taxonomiecodes van Romiszowski.
De toetsenbank kan ook worden gebruikt als onderdeel van een elektronische leeromgeving voor zelfstudie voor bedrijven en educatieve instellingen via het Intranet/ Internet.
Het Onderwijsbureau Van Niekerk heeft meer dan 200 studieboeken en 40 onderwijsartikels ontwikkeld.
Bij het ontwikkelen van leermaterialen is het uitgangspunt de eigentijdse leerstof aan te laten sluiten bij de leer-, werk- en levenservaring van de cursist. De beroepspraktijk vormt de basis bij de inrichting van de leermaterialen.
De studieboeken bieden de cursist de mogelijkheid tot het volgen van opleidingstrajecten op maat, waarbij rekening wordt gehouden met individuele kenmerken als leertempo, leeftijd, opleidingsniveau, differentiaties en deficiënties.
Digitale studie materialen
Het leereffect bij het gebruik van digitale leermateriaal is groot: tekst, geluid en beelden van de handelingen aan meerdere zintuigen tegelijkertijd worden aangesproken.
Het werken met digitaal lesmaterieel bevordert het zelfstandig leren voor de cursist. Er is de mogelijkheid tot differentiatie: afhankelijk van het niveau van de cursist kunnen onderdelen uit het programma worden overgeslagen of juist worden herhaald.
Student bepaalt zelf waar en wanneer hij zal werken met digitale materialen, wat maakt zijn studie meer efficiënt. Doordat de cursisten zelfstandig leren, is de begeleider in staat een groter aantal cursisten te begeleiden. Tevens biedt het de cursist de gelegenheid om zelf te bepalen waar en wanneer hij studeert.
Het Onderwijsbureau Van Niekerk heeft een ruime ervaring in het ontwikkelen van servicedocumenten.
Een servicedocument bevat informatie met een adviserend en ondersteunend karakter ten behoeve van onderwijs- en exameninstellingen. Het bevat een inhoudelijke specificering van de eindtermen van een kwalificatie.
Koepeleindtermen worden in subeindtermen uitgewerkt.
Een servicedocument kan bestaan uit: taxonomiecode, (beroeps)vaardigheden, kennis en hulpmiddelen.
Servicedocumenten worden gebruikt bij de beoordeling van beoordelingsinstrumenten in het kader van de externe legitimering.